‘Verzamelde Werken? In nog geen jaren. Een paar weken geleden heb ik 248 verbeteringen in Nooit meer Slapen aangebracht. Ik hoop nog eens te beleven dat ze in een herdruk kunnen komen. En zo krijg ik voortdurend spijt over allerlei oude publicaties. Misschien dat ik ook nog wel eens een paar honderd verbeteringen in Onder Professoren aanbreng. En misschien zouden bepaalde passages in Damokles en Engelbewaarder het best totaal herschreven kunnen worden. Pas als ik in zulke dingen totaal geen zin meer heb, is de tijd voor Verzamelde Werken daar, denk ik.’

(Willem Frederik Hermans in een brief aan Frans A. Janssen, 23 juli 1978)